Interview met oud-leerlinge Kim Temmerman, juriste in Hongarije

“Boedapest is een beetje Berlijn in het klein”

In de reeks ‘Hart in twee landen’ van Het Laatste Nieuws, kwam onlangs oud-leerlinge Kim Temmerman aan het woord. Zij studeerde in onze school af in 1998. Sinds 2003 woont ze met haar man en kinderen in Boedapest en werkt ze als juriste voor een filmmaatschappij.

“Ik studeerde rechten aan de VUB in Brussel en leerde er mijn man Daniel kennen. Hij zat in hetzelfde jaar als ik en is van Hongaarse afkomst, maar sprak toen al vloeiend Nederlands, omdat hij al een tijdje in België woonde. Zijn ouders zijn diplomaten en verhuisden, toen Daniel 11 was, eerst naar Nederland en daarna naar België.”

“We werden een koppel. Toen we afstudeerden had hij me al duidelijk gemaakt dat hij ooit naar zijn vaderland wilde terugkeren. Hij wilde er graag bij zijn wanneer Hongarije in 2004 lid werd van de EU. Ik zag het niet meteen zitten om halsoverkop naar daar te verhuizen, omdat ik nog nooit in het land was geweest. In de zomer van 2002 ben ik dan voor het eerst een volledige maand Boedapest en omstreken gaan verkennen. De taal schrok me wat af en ik was toch nog niet zeker of een leven ginder me wel zou liggen.”

Moeilijke taal

“In februari 2003 ben ik nog een keer teruggegaan. Het was er toen ijskoud, maar op een of andere manier begon ik zelf te ontdooien. Omdat Daniel me de garantie gaf dat wanneer het toch niet zou lukken, we altijd terug naar België konden, besloot ik toch de stap te wagen.”2

“Het heeft wel een paar maanden geduurd eer ik een job vond bij een advocatenkantoor. Ondertussen probeerde ik ook via een intensieve cursus de taal onder de knie te krijgen.”

“Op een gegeven moment waren Daniels ouders uitgeweken naar Washington en zijn we daar zes maanden gaan werken om ervaring op te doen. Daniel heeft er in een advocatenkantoor gewerkt en ik voor een PR- en communicatiebureau. Met die ervaring ben ik, eens terug in Boedapest, aan de slag gegaan bij een bedrijf dat in de filmbusiness werkzaam is en zich vooral bezighoudt met royalty’s. Het management en de aandeelhouders zijn Nederlanders en vijfennegentig procent van hun clientèle zijn buitenlandse bedrijven. Net dat sprak me aan. Ik spreek op mijn werk vooral Nederlands en Engels. Samen met de collega’s heb ik ook de gelegenheid om vaak te reizen, naar filmfestivals in Berlijn, Cannes, Los Angeles en Hongkong.”

Grijze garnalen uit België

“Intussen hebben we twee kindjes, Olivia (5) en Ben (3), en is dat reizen verminderd. Omdat onze familie verspreid woont, zijn het op dit ogenblik vooral die landen waar we naartoe gaan. Mama woont in het zuiden van Frankrijk, mijn broers in België en mijn schoonouders in Amerika. Ik vind het fijn in Hongarije maar heb wel nood aan die pauzes elders. Zo hebben we bijvoorbeeld ook een jaar bij mijn ouders in Zuid-Frankrijk gewoond, omdat papa zwaar ziek werd en ik mama wilde bijstaan. Naar België keer ik niet zo vaak terug, hooguit twee keer per jaar.”

“Wat ik in Boedapest mis, zijn zeevruchten. Hongarije heeft geen zee en dus vind je hier niet echt goede vis, mosselen of zeevruchten. Grijze garnalen en mayonaise bijvoorbeeld neem ik altijd mee uit België.”

Gemeenschapsgevoel

“Een verschil is dat Hongaren meer achterom kijken. Ze hebben een zwaar verleden. Het land is vaak bezet geweest. Terwijl Belgen meer individualistisch zijn ingesteld, heerst hier een groot gemeenschapsgevoel. Anderzijds zijn ze erg traditioneel. Alles wat afwijkt van de gewone gang van zaken, is voor hen not done.”

6

“Toch ben ik graag in Boedapest. Een fantastische stad en ondanks de twee miljoen inwoners bijzonder leefbaar. Er zijn heel wat parken en er is de Donau die mooi en breed is. Hongaren zijn kindvriendelijk. Op de bus of tram word ik altijd geholpen om op of af te stappen met de kleintjes. Het cultureel aanbod voor de kinderen is ook enorm.”

“We hebben ook amper de auto nodig, de tram rijdt dag en nacht. We hebben daar veel gebruik van gemaakt toen we nog geen kinderen hadden. Door het zachte klimaat valt er ook veel buiten te beleven. Vanaf maart tot oktober is het mooi weer. Dan zitten de terrassen vol en zie je overal dansers en skateboarders.”

Kims plekjes in Boedapest

Je verkent de stad makkelijk met het openbaar vervoer. Er bestaan 24- , 48- of 78-uurskaarten en met de Budapest Card, een toeristenkaart die je recht geeft op gratis openbaar vervoer, kun je bovendien gratis een aantal musea bezoeken, krijg je kortingen in tal van andere musea en restaurants, en op een rondvaart op de Donau of kun je genieten van een Turks bad. Sinds kort zijn er ook de Bubi, fietsen die overal in de stad gestald staan en waar je met een dag- , week- of jaarkaart gebruik van kunt maken.

4Boedapest is stilaan een meer hippe stad geworden omdat het een alternatieve kant heeft. Bepaalde delen van de stad zijn een beetje Berlijn in het klein. Zo is er het zevende district, achter de synagoge, een buurt die vroeger een Joods getto was, maar die nu veel ‘ruïnecafési , pop-upwinkeltjes en eetkraampjes telt. Er is ook een binnenhof met bars waar het vooral in de zomer erg leuk zitten is.

Zeker de moeite waard is de burchtwijk, gelegen aan de Boeda-kant van de stad. Het is een autovrije, ommuurde buurt met op een heuvel de Nationale Galerij, het voormalig Koninklijk Paleis, de oude Gotische Matthiaskerk en het Vissersbastion.

Qua cultureel aanbod is er een overvloed aan mogelijkheden. Niet alleen theater maar vooral muziek. Een bezoek aan de opera is zeker een aanrader. Hongarije heeft een aantal bekende componisten voortgebracht waaronder Ferenc Liszt, bij ons bekend onder de voornaam Franz, Béla Bartók en Zoltán Kodály. In het centrum van Boedapest vind je de Liszt Ferenc Academy, een gerenommeerde school en gerestaureerde architecturale parel.

In de eerste week van augustus is er het jaarlijkse Sziget-festival op een eiland in de Donau. Het festival duurt zeven dagen en trekt jaarlijks meer dan vierhonderdduizend bezoekers uit heel Europa. Dit jaar staan onder meer Rihanna, Muse, David Guetta, The Chemical Brothers, Sigur Rós en onze eigen Oscar and the Wolf op het programma.

Een interessant museum is ‘Terrorhaz’ of ‘House of Terror’ waar je een beeld krijgt van het Hongaarse leven tijdens de periodes van fascisme en communisme.

Shoppen kan je in ‘Fashion Street’ in het vijfde district tussen Deák Ferenc tér en Viiffismarty tér die uitkomt in de Váci utca, de Meir van Boedapest. Een keer per maand vindt ‘Wamp’ plaats, een
designermarkt met juwelen, kledij en meubeltjes. Boedapest kent ook enkele shoppingcentra zoals Allee en Mammut.

langosCulinair is Hongarije bij ons vooral bekend om zijn goulash, maar het land heeft ook een stevige reputatie op het vlak van patisserie. Hongaren zijn zoetebekken en in elke grote stad vind je tal van
prachtige art deco- en barokke koffiehuizen waar je de lokale millefeuilletaartjes of ‘krémes’ kan proeven. Gerbeaud, New York Kávéház en Lotz-terem (in een grote boekenwinkel in de Párisi
Nagyáruház op Andrássy ut) zijn de meest bekende koffiehuizen. Bambi is een retro koffiehuis waar je samen met de locals koffie kan drinken bij een partijtje domino.

Voor de echte Hongaarse keuken zijn És Bisztro in Kempinski en Bock bisztro zeker aanraders. Lángos, een typische snack gemaakt van deeg, kun je op elk marktje vinden. Ze zijn heel lekker in Nagy Vásárcsarnok, een in Nagy Vásárcsarnok, een overdekte, door Unesco als werelderfgoed erkende, en door Gustave Eiffel gebouwde markthal uit het einde van de 19de eeuw.

Boedapest werd honderdvijftig jaar overheerst door de Turken en naast de traditie van lekkere koffie zijn de talrijke badhuizen een overblijfsel van die invloed. Een verblijf in Boedapest is dan ook niet compleet zonder een bezoek aan compleet zonder een bezoek aan een badhuis. Széchényi fUrdê en de buurt errond is een absolute must, met gebouwen van rond 1900 en de Zoo.

Bron: hln.be